Snipvliegen hebben een krachtige zuigsnuit waarmee ze in voedsel prikken.
De meeste soorten eten voornamelijk kleine insecten. Dit vullen ze aan met plantensap en honingdauw. Een enkele soort eet alleen maar nectar.
Na paring worden de eitjes apart van elkaar gelegd op de grond, dood hout of in mest. De larven die er uitkomen eten kleine insecten.
Gele snipvlieg (Rhago tringarius)
Ze leven in vochtige gebieden en jagen op zachte insecten.
Gewone snipvlieg (Rhagio scolopaceus)
Ze jagen vanaf iets hogere hoogten op zachte insecten.
Gewoon goudlokje (Chrysopilus cristatus)