Mannetjes langsprietmotten zijn te herkennen aan hun hele lange antennes, tot wel 3x hun lichaamslengte.
Bleke Langsprietmot (Nematopogon swammerdamella)
Wetenschappelijke naam:
Een soort waarvan de rups twee keer overwintert. De rups leeft voornamelijk van rottend blad. Soms staat ook vers blad op het menu.
De vliegtijd van de mot is van april tot juni.
Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella)
Een vlinder die in bosrijke gebieden voorkomt. De vliegtijd is van mei t/m juli.
Gevlekte Langsprietmot (Nematopogon adansoniella)
Beuk, eik, sleedoorn en blauwe bosbes zijn de waardplanten van deze vlinder.
De vliegtijd is van april tot juni.
Geoogde langsprietmot (Nemophora ochsenheimerella)
De allereerste keer dat de soort gezien is in Nederland was in 1927.
Er is één generatie per jaar en vliegt van april t/m juni.
Naaldboslangsprietmot (Nematopogon robertella)
De waardplant is blauwe bosbes. De vlinders worden voornamelijk in, zoals de naam al aangeeft, naaldbossen waargenomen.
Pinksterbloemlangsprietmot (Cauchas rufimitrella)
De larven leven in de zaden van de pinksterbloemen. De vlinder overwintert als pop.
Smaragdlangsprietmot (Adela reaumurella)
Mannetjes zijn te herkennen aan de superlange sprieten (tot wel 3x de lengte van hun lichaam), die van vrouwtjes zijn een stuk korter. Daarnaast zijn mannetjes net punkers, ze hebben een wilde zwarte haardos.
De Smaragdlangspriet is een dagactieve vlinder die je van april t/m juni kan tegenkomen.
