Op de wereld komen meer dan 10300 soorten grasmotten voor.
Er is zeer veel verschil in variatie. De eigenlijke grasmotten nemen een smalle opeengevouwen houding aan. Officieel behoren grasmotten tot de micro-motten.
Baardsnuitmot (Platytes alpinella)
Blauwooggrasmot (Agriphila straminella)
Vliegtijd: juni t/m half september
Waardplant: vooral genaald schapengras
Bleke grasmot (Crambus perlella)
Vliegtijd: juli en augustus
Aantal generaties: 1
Waardplant: diverse soorten grassen
Overwintering: als rups en verpopt zich in een los spinsel
Extra info: Ze drinken vooral nectar van margrietsoorten.
Bonte valkmot (Evergestis pallidata)
Vliegtijd: mei t/m september
Waardplant: Kruisbloemigen (o.a. koolzaad en mierikswortel)
Voorkomen: zonnige ruigten met dichte begroeiing
Rups: tot in november waar te nemen. Kruipen in de grond om te ontpoppen.
Overwintering: popstadium in de grond
Bruidsmot (Sitochroa palealis)
Buxusmot (Cydalima perspectalis)
Egale vlakjesmot (Catoptria pinella)
Vliegtijd: juli/augustus
Gewone grasmot (Chrysoteuchia culmella)
Vliegtijd: juni en juli
Waardplant: diverse soorten gras
Voorkomen: Verspreid over het land (ook in stedelijk gebied).
Rups: van eind zomer tot in oktober. Voedt zich met diverse soorten gras.
Overwintering: de rups overwinterd in een cocon (verpopping in het voorjaar)
Moerasgrasmot (Agriphila inquinatella)
Vliegtijd: juni t/m september
Aantal generaties: 1
Waardplant: diverse soorten grassen
Nazomergranietmot (Eudonia truncicolella)
Oranje kruidenmot (Udea ferrugalis)
Parelmoermot (Pleuroptya ruralis)
Purpermot (Pyrausta purpuralis)
Vliegtijd: eind april t/m september
Variabele grasmot (Agriphila tristella)
Vliegtijd: juni t/m september
Vroege granietmot (Scoparia ambigualis)
Vroege grasmot (Crambu lathoniellus)
Waterleliemot (Elophila nymphaeata)
Weegbreemot (Pyrausta despicata)
Zilverstreepgrasmot (Crambus pascuella)
Vliegtijd: mei t/m augustus
Overwintering: als rups
