Donkere helmkruidbladschaver (Cionus scrophulariae)
Eikenspringkever (Orchestes quercus)
Gekamde brandnetelsnuitkever (Parethelcus pollinarius)
Gestreepte bladsnuitkever (Phyllobius pyri)
Gevlekte aardsnuitkever (Liophloeus tessulatus)
Grauwbruine dennensnuitkever (Strophosoma capitatum)
Grijze bolsnuittor (Philopedon plagiatum)
Groene beukensnuitkever (Phyllobius argentatus)
De soort is 4 a 6 mm groot.|
Kenmerkend zijn de rode antennen en rode delen van de poten.
Groene bladsnuitkever (Phyllobius pomaceus)
Groene distelsnuitkever (Chlorophanus viridis)
Groene struiksnuitkever (Polydrusus formosus)
Andere namen zijn Zijden snuittor, Groene struiksnuittor en Zijdeglansbladsnuitkever.
Kersenpitkever (Anthonomus rectirostris)
De larven van het beestje ontwikkelen zich in de pitten van o.a. zoete kers en gewone vogelkers.
Kleine eikelboorder (Curculio glandium)
Ze zijn 4 tot 8 mm groot. Vrouwtjes hebben een langere snuit dan de mannetjes. De snuit bij de vrouwtjes is ongeveer even lang als haar lichaam.
De vrouwtjes boren een gaatje in de eikel om er daarna 1 a 2 eitjes in te leggen. De eikel is nog onrijp.
Twee weken later komen de larven uit, zij hebben geen pootjes. Ze eten de eikel van binnenuit leeg. In de herfst vallen de eikels van de boom. De larve boort zich naar buiten en graaft zich in de grond om daar te verpoppen. In het voorjaar, zo rond april/mei, komt er een nieuwe Kleine eikelboorder uit de grond gekropen.
Kleine lapsnuitkever (Otiorhynchus ovatus)
Knoppensnuittor (Phyllobius glaucus)
Larinus turbinatus
Lissenboorder (Mononychus punctumalbum)
Mecinus pascuorum
De soort is ongeveer 1,5 a 2 mm lang en heeft een zwart lichaam. De kevertjes zijn te vinden van maart t/m augustus. Ze gebruiken weegbreesoorten als waardplant, voornamelijk smalle weegbree. De larven eten de zaden. Ze verpoppen zich in de bloeiwijze.
1Otiorhynchus dieckmanni
Reebruine bladsnuitkever (Polydrusus cervinus)
Snuitkever onbekend (Curculionidae indet)
Strophosomuskever (Strophosoma melanogrammum)
Een andere naam voor het diertje is de Grauwbruine bladsnuittor.
De soort leeft van jonge bladeren en scheuten. De soort komt voor in loof- en naaldbossen.
Viervlekbrandnetelsnuitkever (Nedyus quadrimaculatus)
